Vreedzame Ontmoetingen: Fotografie van Indiaanse Delegaties in Regeringsopdracht
in Fotografie Van de Herinnering De Noord-Amerikaanse Indiaan Als Blank Concept, Stad Antwerpen, 1992
Note: Dutch text follows images
VREEDZAME ONTMOETINGEN FOTOGRAFIE VAN INDIAANSE DELEGATIES IN REGERINGSOPDRACHT
Paula Richardson Fleming
In 1831 kwam The Light, een Assiniboin-hoofdman, naar Washington D.C., als afgevaardigde van zijn volk en als gast van het Ministerie van Oorlog. Bij zijn aankomst in de hoofdstad droeg hij een mantel van bizonhuid, versierd met stekelvarkenspinnen en afgezet met de scalpen van zijn overwonnen vijanden; zijn hoofdtooi was versierd met adelaars veren - dit alles in overeenstemming met zijn status. Toen hij in de lente huiswaarts keerde, had zijn bezoek aan Washington hem dusdanig veranderd dat zijn eigen mensen hem nauwelijks herkenden. Hij droeg een muts van bevervel, een blauw kolonels uniform met gouden epauletten, een zwaard en laarzen met hoge hakken. In zijn handen hield hij een vaatje whisky en een blauwe paraplu en ondertussen floot hij ,,Yankee Doodle".1 De bekende schilder van Indiaanse portretten George Catlin legde dit alles op doek vast door de hoofdman zowel ,,ervoor" als ,,erna" te portretteren. Catlin verhaalt hoe The Light pogingen deed om voor een steeds groeiend aantal mensen alles te beschrijven wat hij had gezien: de grootste leugenaar ter wereld moest zijn". Verbazing veranderde snel in angst en vijandschap, en The Light werd uiteindelijk vermoord door een jonge Indiaan die zijn volk aldus van diens dreigende aanwezigheid wenste te bevrijden. De poging van de regering om met de blanke cultuur en macht in druk te maken op de Indianen pakte op die manier wel erg extreem uit. Met het op het doek vastleggen van deze afgevaardigde zette Catlin een reeds bestaande traditie van portretkunst voort. Thomas McKenney, hoofdinspecteur van Indiaanse Handel, en later hoofd van het Bureau voor Indiaanse Zaken, had het plan opgevat om voor de regering een verzameling portretten aan te leggen van alle Indiaanse afgevaardig. den die een bezoek brachten aan Washington. De eerste portretten werden in 1821 vervaardigd door Charles Bird King. Rond 1865 bestond de verzame ling uit zo'n 150 schilderijen. Deze portretten leg. den de elite van de Indiaanse wereld vast - leiders en diplomaten die, net zoals andere buitenlandse gezantschappen, een bezoek brachten aan de regering van de Verenigde Staten en met haar over verdragen onderhandelden. ,,Hij vertelde... over de afstand die hij had afge. legd; over het verbazingwekkende aantal huizen dat hij had gezien; over de dorpen en steden met al hun pracht en praal; over het reizen per stoom boot, postkoets en trein. Hij beschreef de for ten die hij had bezocht en de vierenzeventig kanonneerboten met hun grote kanonnen; onze grote bruggen; ons grote raadhuis in Washington en wat daar allemaal gebeurt, de vreemde en wonderlijke machines in het octrooibureau (hetgeen hij de grootste magische ruimte noemde die hij ooit had gezien); over de ballon die in Castle Garden opsteeg; over het grote aantal blanke mensen; de schoonheid van de blanke squaws; hun rode kaken, en duizend andere dingen." Het gebruik van delegaties als een vorm van diplo. matie dateerde reeds uit de tijd van de eerste con tacten met de Europeanen en was in de koloniale periode een vaste gewoonte geworden. De jonge Amerikaanse natie besefte dat zij dit gebruik voort diende te zetten, wilde zij de machtige volken aan haar grenzen niet beledigen. Via diplomatieke weg hoopte de regering indruk te maken op de Indianen met haar macht en de omvang van de steden in het Oosten. Men was vooral uit op het onderhandelen over verdragen die meestal tot doel hadden land van de Indianen te bemachtigen. Aanvankelijk werden de verschillende Indiaanse volken daarbij behandeld als onafhankelijke, soevereine naties waarmee formele verdragen werden afgesloten. In 1871 Jammer genoeg voor The Light gingen deze verhalen dermate boven het bevattingsvermogen van zijn toe hoorders dat ze ,,niet waar konden zijn en hij wel 33